Biofarmaceutische sector

Toppositie van België in gevaar

De toppositie die België traditioneel inneemt in de Europese biofarmaceutische sector is in gevaar. Dat zegt Caroline Ven, CEO van pharma.be, naar aanleiding van de publicatie van de EU Pharma Figures 2025.

Filip Ceulemans

“De nieuwste Pharma Figures EU 2025 tonen een verontrustende trend: de Belgische toppositie van de biofarmaceutische sector in Europa komt in gevaar”, zegt Caroline Ven, CEO van pharma.be. Uit de cijfers blijkt dat ons land voor bijna alle indicatoren (tewerkstelling, octrooiaanvragen, investeringen in onderzoek en ontwikkeling, export) een plaats zakt op de Europese ranglijst. Omdat de biofarmaceutische sector nog steeds goed is voor 20% van de toegevoegde waarde in ons land kan België het zich volgens Ven niet veroorloven verder te slabakken.

Investeringen in O&O

Op het vlak van investeringen in onderzoek en ontwikkeling in de biofarmaceutische sector behoudt België met voorsprong zijn leidersplaats. Per Belg werd in 2023 481,5 euro gespendeerd. Dat is beduidend meer dan in Denemarken (298,5 euro) en Slovenië (142,2 euro) de landen die op de tweede plaats komen.

Hoewel België qua inwonersaantal slechts de achtste plaats inneemt, staat het qua totale investeringen in O&O in de biofarmaceutische sector met 5,7 miljard euro op de derde plaats. Duitsland staat met 9,9 miljard euro afgetekend op de eerste plaats, terwijl Frankrijk met 5,9 miljard euro over België naar de tweede plaats springt.

Met 424 goedgekeurde klinische studies in 2023 – een lichte daling in vergelijking met 2022 – blijft België na Denemarken op de tweede plaats staan. Een andere belangrijke indicator van innovatie is het aantal octrooiaanvragen. In 2024 werd in België voor het eerst een daling vastgesteld van 446 naar 417, een tendens die in de hele Europese Unie werd waargenomen. België behoudt de tweede plaats na Denemarken en voor Nederland, een van de weinige landen die het aantal octrooiaanvragen in de biofarmaceutische sector zag stijgen.

Tewerkstelling

De biofarmaceutische sector was in 2023 in België goed voor 2,78% van de totale tewerkstelling, ofwel ongeveer 45.000 rechtstreekse jobs. Bovenop de directe jobs komen de indirecte en geïnduceerde jobs, waardoor het totaal op bijna 141.000 jobs komt. Daarmee staat het op de vierde plaats na Slovenië (4,9%), Denemarken (4,4%) en Ierland (2,83%). Dat is één plaats lager dan het jaar eerder. Ook op het vlak van O&O-jobs per inwoner zakt België één plaats en moet het Denemarken, Slovenië en Hongarije laten voorgaan.

De werknemers in de biofarmaceutische sector zijn en blijven bijzonder productief. Elke werknemer in de sector genereert een toegevoegde waarde van 420.802 euro, dubbel zo veel als het gemiddelde in de Europese Unie.

Export

Kijken we ten slotte naar de export van biofarmaceutische producten dan bekleedt België zowel qua export per inwoner als in absolute bedragen de derde plaats. In 2024 exporteerde ons land voor 73,8 euro aan biofarmaceutische producten. Daarmee moet het alleen Duitsland (111,7 miljard) en Ierland (99,8 euro) laten voorgaan.

“Als België en Europa hun leidende rol in de wereld willen behouden, moeten we nu handelen. Beleidsmakers, bedrijven en belangrijke stakeholders uit het gezondheidsecosysteem moeten samen een nieuw momentum creëren: met gerichte steun, slimme regelgeving en een hernieuwde focus op innovatie én de valorisatie ervan. De tijd om te handelen is niet morgen. Het is vandaag”, besluit Caroline Ven