Tegen opvliegers en meer van dat...

De menopauze is een natuurlijk fenomeen dat elke vrouw van rond de 50 jaar overkomt. Driekwart van de vrouwen hebben last van opvliegers en warmte-opwellingen die te maken hebben met de vasomotorische instabiliteit, eigen aan die periode van het leven. De patiënt klaagt veel meer over de menopauze dan dat hij bezig is met osteoporose of cardiovasculaire aandoeningen. Homeopathie biedt geen pasklare oplossing, maar baseert zich op de klinische realiteit door ondervraging en evaluatie.

Ik kan 's nachts niet slapen en ik ben doorweekt. Ik gooi de lakens af en heb rillingen.... " Warmte-opwellingen duren tussen de 30 seconden en 5 minuten. Ze kunnen gevolgd worden door rillingen. Zweetaanvallen 's nachts zijn markers van veranderingen in het LH (luteïniserend hormoon). Zonder het tegengewicht van de oestrogenen (die dalen), zien we een opvallende stijging van het LH en het FSH (follicostimulerend hormoon). Homeopathie kan de symptomen verhelpen, maar een degelijke ondervraging is noodzakelijk.

De basis

- Lachesis mutus (gedroogd slangengif van de gelijknamige slang) geeft goede resultaten als het ook correct wordt aangewend: bij nachtelijke opwellingen met overmatig transpireren, nood om beddengoed af te werpen en nood aan frisse lucht, wangen met paarse schijn, spontane hematomen, zeer gevoelige huid. Posologie: Lachesis mutus 7CH, drie keer per dag tot er verbetering optreedt.

Tegen de transpiratie

De eerder vermelde behandelingen helpen bij warmte-opwellingen. Andere behandelingen richten zich vooral op zweetuitbarstingen. Die worden door de patiënt vaak als erg gênant ervaren.

Osteoporose

Vaak zijn vrouwen in de menopauze zo bezig met de opvliegers, dat ze vergeten dat er zich ook veranderingen in het beenderstelsel en cardiovasculaire problemen kunnen voordoen. Daarom is het belangrijk om er aan de toog ook aandacht aan te besteden. In West-Europa riskeert een vrouw op de twee, ouder dan 50 jaar, een heup, een pols, een arm of iets vertebraal te breken. De cijfers wijzen ook op een verhoging van morbiditeit en mortaliteit door osteoporose bij gemenopauzeerde vrouwen. Vanaf de menopauze vermindert de botmassa de eerste vier jaar elk jaar met 2,5 procent. Nadien valt dat verlies terug tot 0,75 procent per jaar. Dat is veel, en een conserverende therapie zou dan ook vanaf het begin aangewezen moeten zijn.

Aan de toog: preventie eerst

Preventie start met een aantal algemeenheden: