Studie: Zwangere vrouwen lopen dubbel risico op toxoplasmose door kattencontact
Vrouwen die in de vroege fase van hun zwangerschap in contact komen met katten – bijvoorbeeld als huisdierbezitter of verzorger – hebben een verdubbelde kans op toxoplasmose. Dat blijkt uit een studie onder 400 zwangere vrouwen in hun eerste trimester. De boosdoener is de parasiet Toxoplasma gondii, die vooral tijdens de zwangerschap gevaarlijk kan zijn.

Hoewel de infectie bij gezonde volwassenen meestal weinig klachten geeft, kan het voor het ongeboren kind ernstige gevolgen hebben, zoals een miskraam of aangeboren afwijkingen. De besmetting ontstaat vaak via contact met kattenontlasting, verontreinigde aarde of het eten van rauw of onvoldoende verhit vlees.
Opleidingsniveau
Naast contact met katten blijkt ook een laag opleidingsniveau het risico op een toxoplasmose-infectie te vergroten. Onderzoeker dr. Bhavana Singh benadrukt dat juist deze groep beter beschermd moet worden, onder andere door heldere voorlichting en nauwkeurigere tests. Opvallend is dat de onderzoekers ontdekten dat de vaak gebruikte sneltesten in meer dan de helft van de gevallen de infectie niet detecteerden. Met de betrouwbaardere enzym-linked immunosorbent assay (ELISA) werd toxoplasmose daarentegen wél aangetoond. Deze discrepantie roept zorgen op over de effectiviteit van de huidige prenatale screeningspraktijken.
De onderzoekers pleiten daarom voor verbeterde testmethoden en brede voorlichtingscampagnes. Zwangere vrouwen moeten zich bewust zijn van eenvoudige, maar effectieve voorzorgsmaatregelen, zoals handen grondig wassen, vlees goed garen en het contact met kattenbakken vermijden.
In België heeft ongeveer de helft van de zwangere vrouwen al toxoplasmose gehad vóór ze zwanger werd. Zij hebben antistoffen en zijn dus levenslang immuun. De andere helft kan de ziekte nog oplopen tijdens de zwangerschap en doorgeven aan de baby. Deze groep moet zich tijdens de zwangerschap aan de nodige voorzorgsmaatregelen houden.