Financiering beroepsorganisaties
Aantal geconventioneerde leden bepaalt mee bedrag
Het Belgisch Staatsblad publiceert vandaag een Koninklijk Besluit van 18 juli 2025 waarin de voorwaarden en modaliteiten worden vastgelegd voor de financiering van de representatieve beroepsorganisaties van apothekers. Voor kinesitherapeuten, vroedvrouwen, orthopedisch technologen en logopedisten publiceert het soortgelijke KB’s.
Herman Nys, em. prof. medisch recht KU Leuven, ex-voorzitter VITAZ & Filip Ceulemans
De tegemoetkoming wordt toegekend aan de beroepsorganisaties die de apothekers vertegenwoordigen in de organen van het RIZIV. Voor 2025 en 2026 bestaat het jaarbedrag voor elke representatieve beroepsorganisatie uit twee delen: een basisbedrag en een aanvullend bedrag.
Dat aanvullend bedrag wordt volgens de volgende formule berekend: 37,24 euro vermenigvuldigd met het aantal leden van de beroepsorganisatie. Dat bedrag wordt vermenigvuldigd met het percentage van de actieve geconventioneerde apothekers. Zijn de beroepsorganisaties gescheiden volgens taal, dan wordt het percentage vastgesteld volgens de taalrol van de apotheker zoals die door het RIZIV is geregistreerd.
Deurwaarder controleert leden
Het aantal leden van een organisatie moet via een verklaring op erewoord door de voorzitter van de organisatie worden meegedeeld aan de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV. Het aantal en de identiteit van de leden wordt gecontroleerd door een gerechtsdeurwaarder. Het RIZIV krijgt van de deurwaarder een proces-verbaal waarin die bevestigt dat het aantal leden al dan niet klopt. Het RIZIV krijgt in geen geval inzage in de identiteit van de leden.
Voor 2025 wordt het basisbedrag per beroepsorganisatie vastgesteld op 119.196,27 euro. Het gecumuleerde bedrag (dus inclusief het variabele deel) mag niet hoger liggen dan 544.000 euro. Voor 2026 worden de bedragen (basis en vergoeding per lid) aangepast aan de index van de consumptieprijzen op 1 maart. Volgende maand ontvangen de beroepsorganisaties 75% van de financiering. Vanaf volgend jaar gebeurt de betaling van deze 75% voor 31 maart. De resterende 25% wordt overgemaakt binnen de drie maanden nadat de door de algemene vergadering goedgekeurde jaarrekening aan het RIZIV wordt overgemaakt.
Personeels- en werkingsuitgaven
De tegemoetkoming kan enkel worden aangewend voor het verrichten van personeels- en werkingsuitgaven die verband houden met de vertegenwoordiging van de representatieve beroepsorganisaties in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zoals vergoedingen, lonen, sociale lasten en kleine bureaukosten.