VUB-professor in Iran ter dood veroordeel
Familie krijgt na drie maanden teken van leven
Ruim drie maanden na zijn verdwijning in Iran heeft de familie van de gevangengenomen VUB-professor Ahmadreza Djalali opnieuw aanwijzingen gekregen over zijn verblijfplaats. De Zweeds- Iraanse arts zit terug in de Evin-gevangenis in Teheran, schreef zijn vrouw Vida Mehrannia op X. Ze eiste opnieuw zijn vrijlating.
Volgens zijn vrouw werd Ahmadreza Djalali woensdag opnieuw overgebracht naar de Evin-gevangenis. Ze bedankte op X de Zweedse minister van Buitenlandse Zaken Maria Stenergard, het Vlaams Parlement, de Europese Commissie, de Verenigde Naties en Amnesty International voor hun steun om Djalali proberen vrij te krijgen. Ze eiste ook opnieuw zijn onmiddellijke vrijlating.
De 54-jarige VUB-professor zit sinds 2016 in Iraanse hechtenis. In een proces dat door mensenrechtenactivisten als zeer oneerlijk werd bestempeld, veroordeelde de Iraanse justitie de arts ter dood vanwege vermeende spionage en samenwerking met aartsvijand Israël. Hij was destijds op uitnodiging van Iraanse universiteiten naar Iran gereisd. Zweden verleende Djalali na zijn veroordeling in 2018 het staatsburgerschap. De Iraanse autoriteiten weigeren echter bijstand van het tweede thuisland aan personen met een dubbele nationaliteit.
Regimewissel
Gerlant Van Berlaer, VUB-collega en vriend van Djalali, is blij dat de drie maanden van onzekerheid voorbij zijn. "Hij zit ondertussen al ruim negen jaar vast. Dat Iran drie maanden lang geen nieuws geeft over hem, is extreem onmenselijk", zegt hij aan Belga. "Ik vrees dat de enige manier dat er iets zal veranderen aan zijn toestand een regimewissel is in Iran."
De VUB-professor denkt dat de betoging van Amnesty International en de vrouw van Djalali aan de Iraanse ambassade in Brussel vorige week mogelijk Iran heeft aangezet om een teken van leven te geven.
Ook Amnesty International is ervan overtuigd dat de internationale druk gewerkt heeft. De mensenrechten-ngo blijft vragen dat alle Belgische en Europese politieke niveaus alles in het werk stellen om Djalali vrij te krijgen.
Het nieuws over Djalali is een opluchting, maar de bezorgdheid blijft groot, want hij zit nu opnieuw in de beruchte Evin gevangenis, zegt Wies De Graeve, directeur van Amnesty International België. Ook zijn gezondheidstoestand blijft zorgwekkend.
Israëlische bombardementen
"Donderdag heeft zijn vrouw voor het eerst weer kunnen bellen met haar man. De afgelopen drie maanden waren voor hen allebei enorm ingrijpend en stressvol. Hij besefte dat zijn familie niets wist over zijn toestand."
Djalali werd op 24 juni, een dag na de Israëlische bombardementen op de Evin-gevangenis, overgebracht naar een locatie waar hij drie maanden lang alleen opgesloten zat, vertelt De Graeve. "Hij weet zelf niet eens waar hij zat. Hij dacht ook dat hij geëxecuteerd zou worden, want het is de gangbare procedure om gevangenen voorafgaand in isolatie te zetten. Er is momenteel in Iran ook een golf van executies aan de gang, vaak voor hetzelfde waar Djalali voor vastzit, namelijk bij mensen die beschuldigd worden van banden te hebben met Israël."
